Om bij de gebruiker te testen of hij de eerder gelezen of bekeken informatie begrepen heeft, kun je in je leeractiviteiten vragen toevoegen. Je kunt kiezen uit verschillende soorten vragen en eventueel meteen feedback geven. Lees in dit artikel hoe je vragen toevoegt en uit welke soorten vragen je kunt kiezen.
Hoe voeg ik een vraag toe?
Open via 'Content' de e-learning, de microlearning of het examen waar je de leervorm aan toe wil voegen en klik op 'Bewerk'.
Kies voor de leervorm 'Vraag'. Als je bij een e-learning of examen kiest voor 'Toets toevoegen', is deze stap overbodig. Je kunt dan direct kiezen uit de verschillende soorten vragen.
Kies het soort vraag dat je wil toevoegen. Lees verderop in dit artikel over de verschillende soorten vragen.
Voeg de vraag en eventuele beschrijving toe. Op basis van de titel wordt de banner als leervorm opgeslagen in het Warehouse.
Voeg antwoordmogelijkheden en eventuele feedback toe. Selecteer ook welke antwoorden correct zijn. Als je feedback toevoegt, verschijnt die zodra een antwoord op de vraag is gegeven. Het maakt niet uit of de vraag goed of fout is beantwoord, de feedback blijft hetzelfde.
Voeg leerdoelen en tags toe. Bij vragen zijn leerdoelen aan te raden. Leerdoelen zijn handig om op basis daarvan bijvoorbeeld examens samen te stellen. Ook kun je tags toevoegen. Op basis van tags of leerdoelen kun je je leervorm (in dit geval de vragen) gemakkelijk terugvinden in het Warehouse.
Voeg een categorie toe. Bij keuze-, meerkeuze-, range- en combinatievragen is het mogelijk om een categorie in te stellen bij de vraag. Je kunt kiezen tussen kennis en competentie. In de toetsinstellingen van een examen kun je vervolgens aangeven hoe zwaar elke categorie weegt.
Welke soorten vragen kan ik toevoegen?
Je kunt kiezen uit verschillende vragen. Hieronder worden alle soorten vragen kort besproken.
Keuzevraag
Er zijn meerdere antwoordmogelijkheden, waarvan er één het juiste antwoord is. Je kunt aangeven welk antwoord het juiste is door op het bolletje naast het antwoord te klikken. Het bolletje wordt dan blauw.
Meerkeuzevraag
Er zijn meerdere antwoordmogelijkheden, waarvan meerdere antwoorden juist kunnen zijn. Je kunt aangeven welke antwoorden juist zijn door op het vierkantje naast het antwoord te klikken. Het vierkantje wordt dan blauw.
Rangevraag
Het antwoord op de vraag is een getal. Je kunt in het vakje onder het kopje 'Antwoord' het juiste antwoord invullen. Vervolgens kun je onder het kopje 'Toegestane afwijking' aangeven hoever het ingevulde antwoord mag afwijken van het juiste antwoord. Deze vul je aan de linker- en rechterkant in.
Combinatievraag
Combineer antwoorden die bij elkaar horen. Je zet in de linkerkolom het antwoord dat vaststaat. In de rechterkolom zet je het antwoord naast het bijpassende woord. Als een gebruiker de leeractiviteit opent, worden antwoorden in de rechterkolom op willekeurige volgorde gezet. Gebruikers moeten antwoorden in de rechterkolom naast het bijpassende woord in de linkerkolom zetten.
Afbeeldingsvraag
Je kunt hier afbeeldingen als antwoordmogelijkheden gebruiken, waarvan er één het juiste antwoord is. Kies een afbeelding van je eigen computer of zoek naar afbeeldingen via Unsplash. Gebruik het juiste afbeeldingsformaat, zodat je gebruikers een duidelijke afbeelding te zien krijgen. Je kunt aangeven welk antwoord het juiste is door op het bolletje onder de afbeelding te klikken. Het bolletje wordt dan blauw.
Videokeuzevraag
Je kunt een keuzevraag stellen bij een video, waarbij één antwoord juist is. Je kunt aangeven welk antwoord het juiste is door op het bolletje naast het antwoord te klikken. Het bolletje wordt dan blauw.
Videomeerkeuzevraag
Je kunt een meerkeuzevraag stellen bij een video, waarbij meerdere antwoorden juist kunnen zijn. Je kunt aangeven welke antwoorden juist zijn door op het vierkantje naast het antwoord te klikken. Het vierkantje wordt dan blauw.
De antwoordmogelijkheden van een vraag worden automatisch in een willekeurige volgorde gezet.
Vraagcategorieën
Soms wil je dat in een examen bepaalde vragen zwaarder meewegen bij het resultaat van de toets dan andere vragen. Hiervoor kun je vraagcategorieën gebruiken.
Bij het creëren van keuze-, meerkeuze-, range-, en combinatievragen kun je onderscheid maken tussen de categorieën 'Kennis' en 'Competentie'. Stel dat je een examen maakt over veiligheid op kantoor. Het is waarschijnlijk belangrijker dat mensen weten hoe ze een brandblusser moeten gebruiken, dan dat ze weten dat er 6 liter brandblusmiddel in kan. De vraag over het gebruik van de brandblusser zou je dan kunnen classificeren als een competentievraag, de andere vraag als kennisvraag.
Hoe stel ik vraagcategorieën in?
Als je een vraagcategorie wil aanpassen voor vragen binnen een examen, kun je dit doen bij het toevoegen van een vraag. Bij 'Instellingen' binnen de toegevoegde vraag, kun je bij 'Categorie' kiezen voor 'Kennis' of 'Competentie'.
Je kunt de vraagcategorie ook aanpassen voor vragen die al gebruikt worden in bestaande leeractiviteiten. Je kunt dit doen in het Warehouse.
In de toetsinstellingen kun je vervolgens instellen hoe zwaar elke categorie weegt. Zo kun je bijvoorbeeld alle kennisvragen 1 keer laten meetellen en alle competentievragen 2 keer. Deze weging op basis van de categorie kun je per toets instellen.